14 DECEMBER 1926 591 maakt dit een voornamen factor uit bij de oplossing van het betreurenswaardig conflict. De heer MOLL deelt mede, dat een derde, de heer W e t s e 1 a a r, die bij het bewuste onderhoud van Spr. met Dr. Beintema tegenwoordig was, zoo eerlijk is geweest te verklaren, dat Dr. Beintema toen wel degelijk gelegenheid heeft gehad Spr. onder vier oogen te spreken. Daarop is een communiqué in de pers verschenen dat Spr. van te voren niet had gezien en waarmede hij geen vrede heeft kunnen nemen. Later is er een ander communiqué verschenen, het welk Spr. kon bevredigen omdat alles werd teruggenomen, wat door Dr. Beintema aan het adres van Spr. was gezegd. Spr. betreurt het ten zeerste, dat men thans weder om een persoonlijke kwestie in het geding wil brengen. Gedurende een conferentie van Spr. met Dr H o u b e n en Dr. Van Kranendonk Duffels over de behan deling der armlastige patiënten, verklaarde Dr Hou ben, persoonlijk niet tegen het aanvaarden van een desbetref fende opdracht te zijn, maar hij verschool zich achter den Geneeskundigen Kring. Later kwam er bericht, dat de Kring het hem verboden had. Spr. werd toen door den voorzitter van den Kring, Dr. Schalij, opgebeld, die mededeelde, dat het bestuur van den Kring Dr. H o u b e n verdere behandeling had verboden wegens het feit, dat Spr. zich niet had gehouden aan een afspraak, welke voor Spr. niet bestond en ook door Dr. H o u b e n pertinent werd ontkend. De heer APPELBOOM was niet van plan het conflict met den Geneeskundigen Kring bij dit punt ter sprake te brengen, doch nu daaromtrent door Burgemeester en Wet houders mededeelingen worden gedaan, wenscht Spr. op te merken, dat men den door den Voorzitter voorgelezen brief aan den Inspecteur van de Volksgezondheid beter eerst ter visie had kunnen leggen, dan waren de raadsleden in staat geweest daarop in te gaan nu is hun dat niet mogelijk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 591