598
14 DECEMBER 1926
het nazien van het maandwerk door de Gascommissie
monnikenwerk zou zijn. Deze heeft dan echter geen goed
overzicht gehad van de taak, welke op de commissie rust
zij heeft zich n,l. in te werken in het financieel beheer van
de bedrijven. Ook verlicht zij door het nazien van de
maandrekening de werkzaamheden van de jaarlijksche
commissie tot onderzoek van de rekeningen der bedrijven,
terwijl het meteen een aansporing voor haar zal zijn om
ten minste maandelijks bijeen te komen. In dit verband
vraagt Spr., hoeveel malen de Gascommissie dit jaar ver
gaderd heeft. Haar is een secretaris toegevoegd, die daar
voor een jaarlijksche toelage van f 400 genietmen zou
daaruit toch afleiden, dat zij een zeer omvangrijken werk
kring heeft.
De VOORZITTER antwoordt, dat de vraag van den
heer Hornix beter bij de behandeling der begrootiny kan
worden gedaan.
De heer KORTEWEG deelt mede, dat het maandwerk
reeds nu geregeld aan de Gascommissie ter kennisneming
wordt gezonden het financieel overzicht behoort daar
echter niet thuis. De commissie heeft dit jaar een keer of
vier vergaderd één lid is 9 maanden ziek geweest. Boven
dien is de commissie thans niet compleet
De heer HORNIX zou willen weten, of de commissie
nu voortaan iedere maand vergaderen zou, of dat op den
ouden voet zal worden voortgegaan.
De heer KORTEWEG antwoordt, dat het uit hoofde
van de huidige samenstelling cfer commissie bezwaarlijk zal
zijn maandelijks te vergaderen.
De heer HORNIX ziet zich dan genoodzaakt zijn amen
dement te handhaven.