600
14 DECEMBER 1926
zoodat de heer Homix zich gerust bij de voorstellen van
Burgemeester en Wethouders kan neerleggen.
De heer HORNIX zal zich daarbij neerleggen, maar hij
had liever gezien, dat de bewuste bepaling ook in de
beheersverordening ware opgenomen geworden.
Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu
conform het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
Daarop stelt de VOORZITTER aan de orde punt 14
der agenda.
14 Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
vaststelling eener ontwerp-steunregeling voor werkloozen,
luidende als volgt
Artikel 1.
Aan arbeiders, die:
a werkloos zijn zonder eigen schuld
b. ten minste sedert 1 November 1926 lid zijn eener
krachtens het Werkloosheidsbesluit 1917 gesubsidieerde
werkloozenkas
c. tijdelijk geen uitkeering ontvangen uit zulk een kas,
omdat zij reglementair „uitgetrokken" of „nog niet recht
hebbend" zijn en
d. tenminste sedert 1 November 1925 ingezetenen zijn
van de gemeente Breda en bij hun vestiging aldaar niet
werkloos waren kan van gemeentewege een wekelijksche
uitkeering worden toegekend.
Artikel 2.
De uitkeering zal per 7 dagen ten hoogste bedragen 80%
van de uitkeering uit de werkloozenkas, waartoe de be
trokkene behoort, vermeerderd met f 0.50 voor ieder kind
beneden 16 jaar, doch in geen geval meer dan f 15..