14 DECEMBER 1926 603 en tevens spreekt hij de hoop uit, dat er tegen het a.s. voorjaar voldoende arbeid zal worden gevonden, om hen te werk stellen. De heer MEIJVIS is, in tegenstelling met den heer K r o o n e, zeer teleurgesteld in de eerste plaats door het talmen en rekken van Burgemeester en Wethouders eerdat er iets gedaan wordt, hetgeen de werkloozen tot daden met een communistisch en anarchistisch karakter aanzet men heeft daarvan nog enkele dagen geleden het bewijs gezien want men moet niet uit het oog verliezen, dat, al is het aantal werkloozen niet zoo schrikwekkend groot, de gevol gen der werkloosheid voor het individu even nijpend zijn. In de tweede plaats betreurt Spr. het. dat het advies der Commissie niet in zijn vollen omvang aan den Raad is overgelegdhij noemt dit een onrecht, der Commissie zoowel als den Raad aangedaan. Spr. is als lid dier Com missie toevallig bekend met de door haar aan Burgemeester en Wethouders overgelegde ontwerp-steunregeling zij was gunstiger dan de thans voorgesteldeBurgemeester en Wethouders hebben haar o.a. zoodanig gewijzigd, dat de volgens die regeling uit te keeren bedragen met 20% zijn verminderd Ook had Spr. verwacht, dat het College aan dacht zou hebben geschonken aan de in het advies der Commissie genoemde maatregelen tot werkverruiming, waaraan hij honderdmaal de voorkeur geeft boven steun- verleening. Spr. betreurt een en ander zeer. Er is echter meer, waardoor hier ter stede de werkloosheid in de hand gewerkt wordt. Spr. doelt hierbij in de eerste plaats op de houding, door enkele directeuren van gemeentelijke takken van dienst tegenover de Arbeidsbeurs aangenomendeze weigeren n 1. bij het aannemen van los personeel gebruik te maken van de bemiddeling dier instelling. Spr. hoopt, dat Burgemeester en Wethouders hier zullen ingrijpen. Een andere factor is deze. Het heeft hier altijd moeite gekost om bij aanbesteding van werken in de bestekken een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 603