604
14 DECEMBER 1926.
bepaling opgenomen te krijgen, waarbij het in dienst nemen
van een zeker percentage werkloozen uit de gemeente ver
plichtend wordt gesteld. Dit wekt te meer bevreemding,
wijl het vrijwel overal geschiedt. Ook is men er hier nog
niet toe kunnen komen om reisgeld te verstrekken aan
degenen, die elders werk kunnen krijgen.
Ten slotte wil Spr. nog een enkel woord zeggen over
de niet-verzekerde werkloozen. De voorgestelde steunrege
ling sluit hen uit van eenige uitkeering. Spr. staat principieel
op hetzelfde standpunt als Burgemeester en Wethouders,
maar hij zou in dit geval een uitzondering willen maken
en wel omdat1°. het Burgerlijk Armbestuur hier zeer
schriele uitkeeringen geeit en 2°. sommige werkgevers hier
ter stede nu eenmaal niet dulden, dat hun personeel zich
organiseert. Dit zijn de redenen, waarom Spr. en zijn fractie-
genooten er toe komen ook aan ongeorganiseerde werk
loozen uitkeeringen te willen zien toegekend. Natuurlijk
behoeven zij niet zoo veel te bedragen als de uitkeeringen
aan de verzekerde werkloozen men zou b.v. met s/4 van
het bedrag, dat aan laatstgenoemden wordt uitgekeerd,
kunnen volstaan.
Spr. acht om al deze redenen de voorgestelde steunrege
ling niet voldoende en behoudt zich het recht voor bij de
artikelsgewijze behandeling amendementen daarop in te
dienen.
De heer HORNIX zal voor het voorstel van Burge
meester en Wethouders stemmen, omdat steunverleening
thans noodig is, maar Spr. had, evenals de Commissie van
advies, liever gezien, dat van gemeentewege werk verschaft
ware geworden. Spr. wijst in dit verband op het uitdiepen
van de singels en zegt, dat het geld der gemeente op die
manier vruchtbaarder besteed had kunnen worden dan aan
deze steunregeling.
De heer HAALMAN sluit zich aan bij de raadsleden,
die werkverschaffing prefereeren boven steunverleening.