14 DECEMBER 1926. 607 uitkeering t.e kunnen ontvangen, ten minste sedert 1 No vember 1926 lid moet zijn eener krachtens het Werkloos heidsbesluit 1917 gesubsidieerde werkloozenkas. Hierdoor worden dus de z.g nog-niet-rechthebbenden in de steun- verleening betrokken Waarom wordt nu met het oude, beproefde systeem gebroken Men zou daaraan kunnen toevoegen waarom hebben die arbeiders zich niet eerder aangesloten bij een gesubsi dieerde werkloozenkas zij zouden dan nu rechthebbenden zijn geweest. De heer MOLL onderschrijft de woorden van den heer K r o o n e, dat er geen sprake kan zijn van een noodtoe stand. Spr begrijpt daarom de teleurstelling van den heer M e ij v i s niet. Alhoewel er geen noodtoestand heerschte heeft Spr. den Directeur der Arbeidsbeurs reeds op 13 November j 1. opdracht gegeven een onderzoek naar den stand der werkloosheid hier ter stede in te stellen, omdat er niet zou kunnen worden gezegd, dat het Gemeentebestuur zich niets daaraan gelegen liet liggen. Van des heeren Me ij vis' bewering, dat de houding van Burgemeester en Wethouders in deze de werkloozen zou aanzetten tot daden met een communistisch en anarchistisch karakter, behoeven zij zich dus niets aan te trekken. Op 19 November 1.1. had nog niemand zijn nood geklaagd Den avond van dienzelfden dag, toen de commissie van advies vergaderde, werd de demonstratie gehouden, waarop de heer M e ij v i s blijkbaar doelt en die Spr. wil dit hier even memoreeren onder leiding stond van een gesalarieerd bestuurder van den Modernen Bond. De heer MEIJVISEr waren ook Katholieken bij. De oorzaak van die betooging was geheel en al te wijten aan het talmen en treuzelen. De heer MOLL zal den heer M e ij v i s niet verder in die richting volgen. Alleen wenscht hij hier nog te ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 607