30 DECEMBER 1926 637 gewacht zou hebben, om zich met een nieuw adres tot den Raad te wenden, Het vorige adres, dat reeds in 1923 werd ingediend, is blijkbaar op het Stadhuis zoekgeraakthet is nooit in den Raad geweest. De VOORZITTER antwoordt, dat het adres, hetwelk in Augustus 1923 door de firma Bannet is ingediend, niet tot den Raad, maar tot Burgemeester en Wethouders was gericht. Deze hebben daarop in November d.a.v. geantwoord, dat op het verzoek niet kon worden ingegaan, doch later zou worden overwogen, of daarop kon worden teruggeko men. Er moest n.l. gewacht worden op een Koninklijk besluit, dat evenwel tot heden niet is verschenen. Er komt echter nog iets anders bij de firma Bannet is niet te Breda gevestigd, maar te Teteringen de Teteringsche ver ordening is hier dus in het spel. De heer COHEN verklaart, dat nu bij Burgemeester en Wethouders niet de minste neiging tot medewerking blijkt te bestaan, hij zich wel bij de zaak moet neerleggen. Spr. komt tot de conclusie, dat, als het bewuste Koninklijk be sluit afgekomen was, de firma Bannet dan in een gun stiger positie zou zijn geweest. De VOORZITTER Dat kan men niet zeggen, want men kent den inhoud van dat voorgenomen Koninklijk besluit nu eenmaal niet. Zonder verdere bedenkingen wordt conform het prae-advies van Burgemeester en Wethou ders besloten. 15. Adres van I. van Bueren en J. H a a s, daarbij afwijking verzoekende van een der voorwaarden van het raadsbesluit van 21 Februari 1913, betreffende een verleende ontheffing van art. 14 (thans 15) der Bouwverordening, ten behoeve van het bouwen van een magazijn met atelier op het perceel Catharinastraat no. 9.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 637