16 MAART 1926. 63 4. Kennisgeving van D. W. van Hattem, dat hij wegens vertrek naar elders heeft opgehouden raadslid te zijn. De VOORZITTER merkt op, dat, hoewel de heer van Hattem slechts uitermate kort lid van den Raad is geweest, hij toch heeft getoond, dat belangstelling voor gemeente-zaken hem niet vreemd was Spr. gelooft het ge voelen van den Raad te vertolken, als hij den heer van Hattem de beste wenschen medegeeft naar zijn nieuwe woonplaats. Het schrijven van den heer van Hattem wordt daarop voor kennisgeving aangenomen. 5. Kennisgeving van J. Lijdsman, dat hij zijn be noeming tot lid der commissie voor het nijverheidsonderwijs aanneemt. 6. Kennisgeving van ds. F. J. J. Loeff, dat hij zijn benoeming tot lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs aanneemt. De VOORZITTER stelt voor, deze beide stukken voor kennisgeving aan te nemen. Daartoe wordt besloten. Punt 7 is reeds bij den aanvang der vergadering behandeld. 8. Afwijzend prae-advies van Burgemeester en Wet houders op het adres van het bestuur van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw, verzoekende de bereids voor 1925 toegekende subsidie ad f 50,te willen verdubbelen. Zonder eenige bedenking wordt conform het prae-advies van Burgemeester en Wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 63