30 DECEMBER 1926 641 De heer SCHRAUWEN persisteert bij. zijn voorstel. De VOORZITTER Wij zullen de verdere behandeling van dit punt dan aanhouden'tot de volgende vergadering, doch ik wensch er op te wijzen, dat de belanghebbenden in dergelijke gevallen altijd aandringen-op-spoedige afdoening. Daarop wordt besloten de verdere behandeling van dit punt aan te houden tot de volgende vergadering. 16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot onder- handsche verhuring van twee bovenwoningen boven, het gebouw der Gemeentelijke Arbeidsbeurs in de Cingelstraat en tot vaststelling der wekelijksche huurprijzen, n.l. f6,— voor de kleinste woning en f 6,50 voor de grootste woning. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. "l-i .i 'i 17. Voorstel van Burgemeester en Wethoudets, tot wij ziging van art. 15 der Bouwverordening in verband meteen desbetreffend schrijven van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, luidende als volgt „Bij raadsbesluit van 9 Juni 1925 werd art. 15 der Bouw verordening gewijzigd en aan art. 111 dier verordening een „bepaling toegevoegd, een en ander ten einde een vlotten „gang van zaken bij de toepassing van dat artikel te be vorderen. „Gedeputeerde Staten maakten bezwaar wat de aanvulling „van art. 111 betreft en wel op grond; dat geen beroep „behoort te worden toegelaten bij het verleenen van vrij stellingen. Deze opvatting vindt mede steun in de literatuur. „De Commissie voor de Strafverordeningen, ter zake, ge- „hoord, is van oordeel, dat de Raad goed doet de wijziging „van art. 111 te doen vervallen. „Wij kunnen ons daarmede vereenigen en merken op,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 641