30 DECEMBER 1926. 649 nagekomen stuk desnoods kan aanhouden tot de volgende vergadering, doch dat zulks geen aanbeveling verdient in het belang van een vlugge afwerking dezer aangelegenheid. De heer SPEYART VAN WOERDEN heeft bij vorige gelegenheden al eens bezwaar gemaakt tegen een zoodanigen overval. Spr. zal echter nu geen bezwaar tegen een onmid dellijke behandeling maken, daar het den verkoop van een stukje grond van een 100 M2 betreft. Zonder verdere opmerkingen wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De VOORZITTER wenscht thans de openbare vergade ring te schorsen en over te gaan in besloten zitting. De heer APPELBOOM vraagt, of het in de bedoeling ligt de geneeskundige kwestie daarin te bespreken. Zoo ja, dan stelt hij voor, deze in het openbaar te behandelen en al wat daarover reeds in besloten vergadering gesproken is aan de publieke opinie prijs te geven. De VOORZITTER geeft deze vraag van den heer A p- p e 1 b o o m, alsmede de door den heer Haaiman inge diende nota, aanleiding de kwestie te bespreken, of de Raad van Breda inderdaad misbruik maakt van het houden van geheime vergaderingen. Er worden in die vergaderingen doorgaans twee punten besproken, n.l. personen en de ver koop van gronden, overigens zal men Spr. moeten toegeven, dat er zeer weinig punten in besloten vergadering worden behandeld. Spr. is het volkomen met den heer Haaiman eens, dat zoo min mogelijk punten in geheime zitting be- hooren te worden behandeld. Hij wijst er op, dat met betrekking tot de geneeskundige kwestie bijna geen geheim houding is betrachtalleen wenscht Spr. thans een besloten vergadering, omdat het gaat over een te benoemen persoon

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 649