ésf 30 DECEMBER 1926. (VOORTZETTING). Tegenwoordig de heeren Mr. H. J. W. PELSTER, A. G. KORTEWEG, W. L. KOOPERBERG, J. N. KROONE, 1- M. MEIIVIS, H. J. MOLL, B. COHEN, J. J. A. VAN WERKHOOVEN, C. TH. BOGMANS, E. P. J. A. APPEL BOOM, Mr. E. L. M. H. BARON SPEYART VAN WOER DEN, N. J. H. VAN GROENENDAEL, W. J. A. LOO- MANS, TH. P. ELIGH, A. SCHRAUWEN, P. HAALMAN, Ir. W. VAN VEEN en J. A. SCHLAGHECKE. Afwezig de heeren F. F. X. CERUTTI, H. j. H. HOR- NIX en Jhr. Mr. L. J. M. VAN SASSE VAN IJSSELT. Voorzitterde heer Mr. Dr. W. G. A. VAN SONS- BEECK, burgemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt aan de orde de behandeling van punt 18 der agenda. 18. Nota van Burgemeester en Wethouders, d. d. 21 December 1926, betreffende de geneeskundige armenverzor ging in verband met de reorganisatie van den Geneeskun digen Dienst, luidende als volgt „Overeenkomstig ons voornemen en onze toezegging in de „jongste Raadsvergadering, nadere mededeelingen verstrek kend omtrent het conflict met de geneesheeren te dezer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 655