656
30 DECEMBER 1926
„stede, herinneren wij aan onze nota's, opgenomen in de
„Raadsnotulen van 30 Juli 1926, blz. 368 en van 15 Sep
tember 1926 blz. 447. In de eerstbedoelde vergadering werd
„zonder hoofdelijke stemming aangenomen het voorstel be
treffende reorganisatie van den gemeentelijken geneeskun-
„digen dienst in dier voege, dat aan het hoofd daarvan zou
„worden gesteld een directeur, zich buiten particuliere
„praktijk houdend en gesalarieerd met maximaal f 8500,
„Vóór deze vergadering waren noch aan Burgemeester en
„Wethouders noch aan den Raad bezwaren van den Ge
neeskundigen Kring, afd. Breda der Ned. Mij. t. B. d. G.
„kenbaar gemaakt. Door het raadslid den heer Appelboom
„werden die daarin naar voren gebracht.
„In de vergadering van 15 September werd de nota van
„Burgemeester en Wethouders in antwoord op de vragen
„van het raadslid den heer Kooperberg besproken.
„Deze nota gaf weer, hetgeen sinds 30 Juli geschied was
„hoe de Geneeskundige Kring zonder zich royaal tot het
„Gemeentebestuur te wenden had geageerd om eene be
noeming van een directeur te voorkomen, hoe grieven naar
„voren werden gebracht, naar het scheen pour le besoin de
„la cause uit de nota bleek, dat het Gemeentebestuur niet
„door eene benoeming van twee geneesheeren zonder zelfs
„de infunctietreding van den directeur af te wachten op
„de nadere organisatie en het vraagstuk der vrije artsenkeuze
„wenschte vooruit te loopcn voorts werd erin gerelateerd,
„hoe wi) ons, bij het zwijgen van den Kring, onzerzijds tot
„diens bestuur hadden gewend en overleg hadden gezocht,
„zoowel om de goede verhouding met de medici te doen
„voortbestaan of te herstellen, als om een tijdelijke voor
ziening te scheppen voor de verzorging der armlastige
„zieken, totdat na de komst van den directeur een definitieve
„regeling daarvoor al of niet met vrije artsenkeuze zou
„worden getroffen.
„Uit de toen overgelegde correspondentie 28 31 Augus
tus met het Kringbestuur bleek hetgeen men van die zijde
