662
30 DECEMBER 1926.
„ons samen te komen afdoende neergelegd.
„Waar Dr. Piekema ontwaarde, dat wij niettegenstaande
„alles toch nog bereid waren openlijk en royaal de oplos
sing na te streven, stelde hij zich den weg van een
„arbitrage voor: het Gemeentebestuur en de Geneeskundige
„Kring zouden ieder een lid en beiden zouden een neutralen
„derde als voorzitter aanwijzen. Dit voorstel werd door ons
„welwillend bejegend ook al hadden wij den indruk, dat
„een hoofdpunt (vaste benoeming van Dr. Hofman in
„gemeentedienst) buiten arbitrage gehouden werd en als
„vooraf door ons te aanvaarden was voorgesteld. Van den
„Kring werd in elk geval eenig voorafgaand toegeven niet
„gevraagd. Intusschen zoude indien over de voor te
„leggen punten van arbitrage overeenstemming kon worden
„bereikt ook hier nog de grootste coulantievan ons kunnen
„worden verwacht. Onze vorige gedragingen waren daarvoor
„trouwens voldoende bewijs, Vóór 10 December zou ons
„inzicht aan den Inspecteur kenbaar zijn te maken. Inmiddels
„maakte het optreden van de medici het volstrekt onmoge-
„lijk er op in te gaan, gelijk wij d.d. 7 December aan D r.
„Piekema moesten mededeelen. Plotseling werd verzorging
„van woonwagenbewoners e.a. opgezegd en wat erger is,
zulks op grond van een telefonische mededeeling van
„Wethouder Moll aan D r. H o u b e n, die door beiden
„werd ontkend. Voorts werd onze op 1 December te Breda
„gekomen Directeur bij zijn bezoeken, die hij bij zijn mede-
leden der Maatschappij t. B. d. G. aflegde op een wijze
„ontvangen, die wel het meest de bezochten ontsierde, doch
„hem diep en ons zeer onaangenaam moest treffen. Uiteraard
„is samenwerking tot oplossing uitgesloten als men aan één
„zijde van zoodanigen geest bezield is.
„Hier worde geconstateerd, dat er niet de geringste aan-
„leiding was Dr. Van Kranendon k-D u f f e 1 s, den
„Directeur, niet alleen oncollegiaal, doch vijandig en onge
manierd te behandelen. In de conferentie van College en
„Commissie van 9 November was zijn positie even ter
