30 DECEMBER 1926. 683 lijke oplossingen aan de hand werden gedaan, n.l. ten eerste Vrije artsenkeuze, ten tweede benoeming van een gemeente geneesheer, uitsluitend belast met de armenpraktijk, en ten derde aanstelling van twee of meer in de gemeente geves tigde artsen, die naast hun gewone praktijk met de armen praktijk zouden worden belast. Uit de nota van 23 Juli 1926 bleek ook nog geen vast aangenomen stelsel. De geneeskundige verzorging van de armen zou óf behooren tot de taak van den directeur en diens hulp (plaatsvervanger), óf worden opgedragen aan anderen. Op dat moment hebben Burgemeester en Wet houders er volgens Spr. niet aan gedacht om een geneesheer te doen benoemen als nu wordt voorgesteld. Het College had toen als plaatsvervanger op het oog een hier ter stede gevestigd medicus, gezien de geringe belooning van f 1000 in de nota vermeld. Welke motieven hebben Burgemeester en Wethouders dan van meening doen ver anderen en hen doen besluiten in geen geval over te gaan tot herbenoeming van de ontslagen geneesheeren Spr. meent, dat sedert December 1925 een onderzoek is inge steld bij verschillende gemeentebesturen naar de wijze, waarop aldaar de geneeskundige dienst is geregeld. Is het juist, dat sedert dit voorjaar geregeld door Burgemeester en Wethouders voeling is gehouden met dr. Van Kranen donk Duffels en dat deze meermalen op kosten van de gemeente hierheen is gekomen Is door Burgemeester en Wethouders aan d r. Duffels medegedeeld, dat aan de beide stadsgeneesheeren ontslag was verleend en dat het in de bedoeling lag om dit ontslag door een nieuwe benoeming te laten volgen? Zoo ja, heeft d r. Duffels Wethouders (zie schrijven d.d. 28 Aug. 1926 van den Heer Burgemeester aan de ontslagen Gemeenteartsen). Er bestond dus vóór den datum, waarop het ontwerp-organisatie van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst, zooals dit werd geadviseerd door Dr Van Kranendonk Duffels buiten de bestaande Gemeen telijke Geneeskundige Commissie van advies om. geen reden om te veron derstellen dat Burgemeester en Wethouders de door den Gemeenteraad goedgekeurde proef niet geheel zouden uitvoeren, m. a. w. de ontslagen Gemeenteartsen niet zouden aanstellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 683