684 30 DECEMBER 1926. dan toch een reorganisatie ontworpen, waarin de twee ge- neesheeren niet waren opgenomen en waarom deed hij zulks Of is het besluit om de ontslagen geneesheeren niet opnieuw te benoemen door Burgemeester en Wethouders genomen, zonder dat d r. Duffels daarover ooit gehoord is? De beantwoording van deze vragen is van veel belang met het oog op het tweede conflict, n.l. dat tusschen den Genees kundigen Kring en d r. Duffels, niet in diens kwaliteit als directeur van den Geneeskundigen Dienst, maar in zijn hoedanigheid van lid van de Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst. Immers zou dr. Duffels geheel uit eigen beweging en ondanks de wetenschap, dat beide be doelde geneesheeren op een nieuwe benoeming konden en mochten rekenen, toch een organisatie ontworpen hebben, waarin voor deze geen plaats meer was, dan zou zijn op treden wel degelijk de oorzaak zijn geweest, dat zijn beide hierbedoelde collega's daarvan onnoodig de dupe werden. Spr hoopt, dat overtuigend zal blijken, dat d r. Duf fels in deze vrij uitgaat en dat hij ten aanzien van de herbenoeming der beide doctoren door Burge meester en Wethouders van begin af voor een fait accompli is gesteld. Maar dan zouden Burgemeester en Wethouders geheel uit eigen beweging hun houding hebben gewijzigd en daarmede een zeer zware verantwoordelijkheid op zich hebben genomen, wijl hun besluit, dat de hoofd oorzaak is van het geheele conflict, dan is genomen zonder Toen na de publicatie van genoemd ontwerp het snelle ontslag als grie vend voor de ontslagenen werd gemerkt, was dit niet een grief pour le besoin de la cause, maar werd het ontslag grievend omdat van een her benoeming als Gemeentegeneesheer in genoemd ontwerp niet werd gesproken. 2e. Onder de naar voren gebrachte grieven werd, hoewel niet op de eerste plaats genoemd, het niet meer samenroepen, na de opzegging van het contract tusschen de Gemeente en het A. A. Z. B., der Commissie van Advies, die door den Raad was benoemd en door den Burgemeester was geïnstalleerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 684