68 16 MAART 1926 „behooren te worden vergoed. „Wij merken hierbij op, dat deze vergoeding, zooals „ook de aanvrage luidt, slechts loopt over het tijdvak van „1 Januari 1 Augustus 1922, op welk laatstgenoemd tijdstip „de M. U. L. O.-school in dien vorm heeft opgehouden te „bestaan en dat de vergoeding zal bedragen in totaal f 2970,84. „Wij hebben de eer U voor te stellen tot toekenning „van deze vergoeding te besluiten". Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 18. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het verzoek van het bestuur der Stichting Nutsscholen, om toekenning van vergoeding voor boventallige leerkrachten aan de bijzondere M.U.L.O.-school aan de Catharinastraat en de Bouwerijstraat over het jaar 1923, luidende als volgt „Ingekomen zijn de hierbijgevoegde aanvragen van het „Bestuur der Stichting Nutscholen om toekenning van ver goeding voor boventallige leerkrachten over het tijdvak „van 1 Januari tot 1 September 1923 en wel: a. voor de bijzondere M. U. L. O. school aan de Catha- „rinastraat ten behoeve van 3 leerkrachten ad f 3723,46 en b. voor de bijzondere school (M.U L.O.) aan de Bouwerij» „straat ten behoeve van 4 leerkrachten ad f 4945,5 P/s- „Nadien is nog ingekomen een nader verzoek van gemeld „bestuur, waarbij de aangevraagde bedragen respectievelijk „worden verhoogd tot f 4009,82 en f 5404,99 en zulks op „grond van de door den Pensioenraad ingehouden pensi oensbijdragen, na aftrek van hetgeen door belanghebbenden „wegens bijdrage voor pensioen is gestort. „Ten aanzien van dit laatste verzoek wenschen wij te doen „opmerken, dat, wanneer een bijzonder schoolbestuur volgens „art. 100 der Lager Onderwijswet aanspraak kan maken op „vergoeding voor boventallige leerkrachten, door de gemeente „aan dat bestuur zullen worden vergoed de Jaarwedden en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 68