690 30 DECEMBER 1926. zullen overwegen, of de arbitrage niet kan worden aanvaard. De eenige vraag is toch, of het College al dan niet genoeg doening zal dienen te schenken het gaat er dus uitsluitend om, of Burgemeester en Wethouders al dan niet een fout hebben begaan. Spr. weet zeker, dit in geval van arbitrage de afgevaardigde van Burgemeester en Wethouders en die van de doctoren tot overeenstemming zullen komen, voor wat betreft de aanwijzing van een voorzitter. Spr. doet ten slotte nogmaals een beroep op Burgemeester en Wethouders om de zaak niet tot het uiterste door te drijven het is van het hoogste belang voor de armlastige zieken, dat het con flict een einde neemt. Wordt de arbitrage aanvaard, dan zullen de doctoren direct de armenpraktijk hervatten. De heer VAN VEEN verwondert het, dat de dienst is inge richt zonder de medewerking van bij uitstek kundige menschen. Een conflict is ontstaan. En nu wil men de oplossing daar van zoeken langs den weg van arbitrage. Het gaat om de vraag wie gelijk heeft. Een dergelijke vraag onderwerpt men niet aan arbitrage, omdat het meer een ideëele kwestie geldt. Voor een organisatie van geneeskundigen' mogen Burge meester en Wethouders niet wijken, als zij meenen gelijk te hebben. Spr. voelt daarom ook niets voor arbitrage. Een beter middel lijkt hem de instelling van een verzoenings commissie, doch deze moet dan zoo spoedig mogelijk tot stand komen en aan de voorgestelde doktersbenoeming voorafgegaan. Spr. meent, dat met een verzoeningscommissie meer zal zijn te bereiken dan met arbitrage. De heer MOLL wijst er op, dat van de zijde van het „een rustige regelmatige uiteenzetting dezer ingewikkelde aangelegenheid zal het best geschieden, wanneer de mogelijkheid van critiek wordt uit geschakeld''. Trouwens Burgemeester en Wethouders hadden de gele genheid om met dr. Piekema alleen te confereeren ook benut. Later hoopte men bij een gezamenlijke bespreking, waaraan dr. Piekema zou deelnemen, elkanders opvattingen ter critische beschouwing te poneeren, hetgeen in principe in genoemd schrijven d.d. 23 Nov. werd toegezegd. Al sprekende over het arbitragevoorstel dr. Piekema treft in de nota de zinsnede

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 690