694 30 DECEMBER 1926. hem niet ten kwade worden geduid, aangezien het Gemeen tebestuur hem die taak niet had opgedragen. Op het historisch overzicht van den heer Speyart van W o e r d e n meent Spr. niet te moeten terugkomen, evenmin op het ontslag van de geneeskundige commissie, daar dit in de vorige raads vergadering is besproken. De heer Appelboom heeft er op aangedrongen, dat de Wethouders zich van medestemmen zullen onthouden. Spr. zal hieraan echter niet voldoen. De heer PELSTER wil een enkel woord zeggen naar aanleiding van de door den heer Speyart van W oer- den gegeven voorstelling van zaken, als zou d r. Duffels door eenige doctoren onheusch zijn behandeld in diens kwa liteit van medicus, die zich hier ter stede gevestigd heeft. Dit is volgens Spr. absoluut in strijd met het communiqué in de Bredasche Courant van gisteravond, dat, naar hij ge looft, van den Kring uitgaat en waarin staat „Daar de directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen „Dienst zich de facto had gesteld aan de zijde van Burge meester en Wethouders, m. a. w. had juist gevonden, dat „men collega's zonder meer aan den dijk zet, is het toch „niet te verwonderen, dat bijna niemand der Bredasche „medici dezen arts in hun woning wenschte te ontvangen". Dr. Duffels is dus onwaardig geoordeeld, om door de leden van den Geneeskundigen Kring in hun woningen ont vangen te worden, omdat hij was de directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst, die zou hebben juist gevonden, dat men collega's zonder meer aan den dijk zet. Zooals de nota van Burgemeester en Wethouders uitdruk kelijk vermeldt, is dr. Duffels echter volstrekt niet de Eenige uren na het onderhoud met den nieuwen Directeur ontving dr. Houben van den Burgemeester het volgende schrijven ..De hedenmiddag door den Wethouder, den heer Moll, met U en „den Directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst gehouden „conferentie heeft uitgewezen, dat in de verzorging van armlastigen niet „voldoende wordt voorzien naar de regelen, welke door U als te volgen „werden medegedeeld. De lacune betreft bewoners van woonwagens, „passanten enz. Deze verzorging behoort niet tot de eigenlijke taak „van den Directeur, bovendien is deze zooals U bleek in te zien

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 694