696 30 DECEMBER 1926. wijst slechts op vroegere besprekingen over de tram- en bussenkwestie, waarvoor gezien ook persoonlijke belangen alleszins reden kan geweest zijn, en op het vraagstuk van den Geneeskundigen Dienst. Wat dit laatste betreft, ging het goeddeels ook over personenkwesties (sollicitatie voor het directoraat) en hetgeen in een paar malen ten aanzien van dien dienst en de voorziening in het directoraat is gezegd, bestaat slechts 51 /2 bladzijde handschrift. Overgaande tot de behandeling van het in de eerste plaats genoemde punt, zegt Spr., dat op 30 Juli de Raad zich met groote meerderheid uitsprak voor een directoraat als thans is ingesteld en door de motie van den heer Appelboom en zijn uitvoerige uiteenzetting volkomen zich bewust was van zijn houding tegenover de twee geneesheeren. Aldus vormt 30 Juli een uitgangspunt en het is Spr. niet duidelijk, waarom de heer Speyart van Woerden een lang historisch overzicht van vóór dien datum noodig had om toe eenige conclusies te komen. Spr. moet daarop nu wel even ingaan. Toen in September 1925 de reorganisatie werd ingevoerd, werd weloverwogen door Burgemeester en Wet houders niet overgegaan tot uitvoering van het raadsbesluit, den dienst te voorzien van twee geneesheeren nimmer met name aangeduid in een nevenfunctie van f 1500. Ht bleek onmiddellijk, dat de behoefte daaraan zeer kwes tieus was. De tijdelijke directeur, d r. H o u b e n, in September 1925 optredend, achtte het directoraat zelf weinig omvattend later schijnt hij van dit te snel gevormd oordeel te zijn teruggekomen en Burgemeester en Wethouders stond voor oogen de vrije artsenkeuze mogelijk te maken en daarvoor den weg open te houden als de proef met de verzorging het KringbesUiur. In de hoop een ingaan op het arbitragevoorstel-Dr Piekema te evorderen, besloot het Kringbestuur, dat de woonwagen bewoners e.a. door dr. Houben mochten geholpen worden, mits het Gemeentebestuur hiervoor een vergoeding van f 10.per dag zou betalen, welk bedrag dr. Houben zou storten in het Weduwen en Wee- zenfonds der M. t. b. d. G. en mits deze toezegging zou duren tot 10 De cember ten einde den nieuwen Directeur gelegenheid te geven zich te outilleeren en mits door Burgemeester en Wethouders spoedig zou

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 696