30 DECEMBER 1926.
699
vergadering aan die uitdrukking voorafging en er op volgde
en concludeert, dat aan de uiting geen andere beteekenis
kan worden gegeven dan er zeer duidelijk uit te lezen is.
Gemelde loop van zaken is ook van belang, omdat er uit
blijkt, hoe absoluut onredelijk men doet door d r. Duffels
eenigermate aansprakelijk te willen stellen voor de houding
van het Gemeentebestuur. De heer Appelboom beijvert
zich in die richting ten einde goed te praten het wel aller-
wege afgekeurde optreden van sommige geneesheeren tegen
over den Directeur, d r. D u f f e 1 s, bij welk optreden zoo
typisch de eigenlijke reden van den strijd weder om den
hoek kwam kijken. Toen Burgemeester en Wethouders de
benoeming van een directeur voorbereidden, werden bij tal
rijke gemeentebesturen inlichtingen ingewonnen en werd vooral
aan de plaatsen met de onze vergelijkbaar, zooals Heerlen,
bijzondere aandacht gewijd. Objectieve gegevens hebben al
dus geleid tot de meening, dat men een afdoend bezoldigden
directeur behoort te hebben, en toen de overeenkomst met
het fonds naar 's Raads gevoelen een einde moest nemen,
hebben Burgemeester en Wethouders voor de verdere orga
nisatie van de verzorging van armlastige zieken de vrije
artsenkeuze mogelijk willen doen houden dit sloot uit be
noeming van meer geneesheeren.
De heer APPELBOOM vraagt, of dr. Duffels wist,
hoe de organisatie bedoeld was.
De VOORZITTER zegt, dat in een later stadium dr.
Duffels het gepubliceerde groene boekje, waarin de re
organisatie van September 1925 was vervat, is toegezonden
pas Maandag 6 December de aan de toezegging (om woonwagenbewoners
e.a. te behandelen) verbonden voorwaarden zouden behandelen, dus pas
7 December hieromtrent zouden kunnen berichten En de toezegging liep
slechts van 2—10 December. Hierop adviseerde het Kringbestuur aan dr
Houben, zijn toezegging in te trekken, hetgeen gebeurde. De Voorzitter
van de afd. bracht dit bericht telefonisch aan Wethouder Moll over
onder mededeeling, dat men Vrijdag vóór 7 uur antwoord had verwacht
en dat men een antwoord pas op 7 December te laat vond.
Wethouder Moll herinnerde zich deze belofte om vóór 7 uur antwoord