702 30 DECEMBER 1926 met het College, en wel op 9 November. De vertegenwoor digers hadden, naar ter conferentie bleek, geenerlei machti ging tot overleg, alleen een om dezelfde eischen onverzwakt te handhaven. Het denkbeeld betreffende voorrang van den heer Hofman (de heer Beintema zag af van eventu- eele aanstelling) zou door de beeren Schalij en Klein Swormink in den Kring bepleit worden. Antwoord van den Kring onverzwakt handhaven van de twee eischen. Burgemeester en Wethouders betrokken nu den Inspecteur dr. Piek erna nader in de kwestie. Twee pogingen zijner zijds om den Voorzitter van den Kring en dr. Hofman, later om bovenbedoelde vertegenwoordigende commissie met hem en Burgemeester en Wethouders samen te brengen, werden met weigering beantwoord. Men gaf te kennen met dr. P i e k e m a te willen vergaderen buiten het Gemeente bestuur om, hetgeen is geschied in bedoelde vertegenwoor digende commissie en in den Kring in zijn geheel. Van zelf komt Spr. nu aan zijn derde puntarbitrage en hetgeen hier moet worden besloten. Tegenover het arbitrage-voorstel van dr. Pie kern a stonden Burgemeester en Wethouders niet onwelwillend en zij hadden zich in beginsel bereid verklaard ter zake hunne medewerking te verleenen het voorstel zelf was onduidelijk en had natuurlijk aanvulling noodig gehad van bepaald omschreven punten, aan de arbitrage te onderwerpen na de bespreking daarvan, zoude een voorstel aan Uw Raad kunnen zijn gedaan. Burgemeester en Wethouders moesten wel die medewerking stop zetten, toen Wethouder Moll op onware wijze werd bejegend en dr. Duffels de inder daad beruchte ontvangst ten deel viel. Hoe was effect te verwachten van arbitrage en samenspreking bij dergelijke mentaliteit en dergelijk onheusch gedrag in het stadium, van Kringbestuur in een arbitrage commissie zitting te nemen. Dat Dr, Van Kranendonk Du'fels door collega's niet werd ontvangen, vindt zijn aanlei ding in het feit, dat hij, ofschoon volledig ingelicht door den Voorzitter van den Kring over het hangende conflict, toch partij had gekozen voor het Gemeentebestuur, vooraleer aan de onheusch behandelde collega's genoegdoening werd geschonken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 702