74 16 MAART 1926. stoomen en bijwerken. Hoe zou dit kunnen gebeurd zijn, als er eenige leerkrachten ontbraken Voor samenvoeging van klassen waren de lokalen te klein. Verbouwing was aangevraagd, doch de gelden ervoor werden pas toegestaan op 5 Juli 1923. Als bijkomstige zaak, Mijnheer de Voorzitter, moeten we ook den voor het schoolbestuur gewichtigen factor beschou wen, dat dit geen kapitaalkrachtige school is. Vervolgens zegt het prae-advies „Het is dus thans de „vraag, of met deze wetenschap de gemeente bevoegd is „aan een bepaald wetsartikel een andere uitlegging te geven „dan zooals het overeenkomstig zijn duidelijke bewoordingen „luidt, terwijl het vóór die verduidelijking door de Regeering „reeds aldus werd toegepast". Hoe weten we, dat dit zoo is? Of verschijnen al deze beschouwingen en toepassingen der Regeering soms in het een of ander officieel orgaan Om al deze redenen kan ik niet ingaan op de aanmaning ons in het prae-advies gegeven. Ik zal dus, zooals gezegd, stemmen voor toekenning der vergoeding en ik wek zooveel mogelijk mijn medeleden op hetzelfde te doen. De heer ZIJLMANS kan zich ook niet vereenigen met het prae-advies van Burgemeester en Wethouders en wel op de volgende gronden Als de gemeente de surplus-krachten afschaft, heeft de bijzondere school er nog twee jaar recht op. De Gemeente raad, die over 1922 de surplus-krachten toestond, moet ze dus, consequent aan zich zelf, ook over 1923 toestaan. In de kwestie zelve is geen verandering gekomen voor- noch tegenstanders hebben éénig nieuw argument aan te wijzen. De nieuwe tekst-uitleg, dat „evenveel" is „evenredig even veel", geldt vanaf 1 Januari 1923. Niet waar is, dat het school bestuur of iemand anders dit al lang te voren wist, want 22 December 1922 nam de Tweede Kamer het pas bij eindstem ming aan en 16 Februari 1923 kwam de wijziging in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 74