16 MAART 1926. 75 Staatsblad. Men had dus pas met ingang van 16 Februari 1923 personeel kunnen ontslaan, dus tegen 15 Mei 1923. Dit had echter twee groote bezwaren lo. de Burgemeester zelf maakte den Raad duidelijk, dat die twee jaar overgangstijd dienden om het onderwijs niet te storen. Men kan dus bijna op het einde van den cursus geen ingrijpende veranderingen invoeren 2o. als men surplus-krachten ontsloeg, moest men klassen combineeren. Men kreeg dan dubbele klassen en daarvoor waren de lokalen in de school aan de Catharinastraat te klein. Men kon pas combineeren na de verbouwing dier school en de gelden daarvoor werden pas op 5 Juli 1923 toegestaan. Als Burgemeester en Wethouders zóó lang te voren wisten, dat er groote bezwaren waren, waarom waarschuwde men dan het bestuur niet te voren In Januari 1923 diende men de aanvraag in. Wat nu de verbouwing van de school aan de Catharina straat betrefthet eerste plan daartoe is ingediend op 22 December 1921, terwijl de toestemming door Burgemeester en Wethouders werd verleend op 5 Juli 1923 De Raad besliste tot medewerking aan de verbouwing op 20 Maart 1922. Een nieuw voorstel werd door het bestuur der school ingediend op 8 Mei 1922. Het antwoord hierop van Bur gemeester en Wethouders aan het bestuur was gedagteekend 22 Augustus 1922: het antwoord van het bestuur aan Burgemeester en Wethouders 15 September 1922. Burge meester en Wethouders antwoordden daarop 27 November 1922. Een nieuw plan van het bestuur werd aan Burgemeester en Wethouders ingediend den 24sten April 1923. Burgemeester en Wethouders vroegen nadere inlichtingen daaromtrent den 17den Mei 1923. Het antwoord van het bestuur aan Bur gemeester en Wethouders werd 25 Mei 1923 verzonden en op 5 Juli 1923 verkreeg het bestuur eindelijk toestemming tot verbouwing. Men ziet uit dit alles, dat het schoolbestuur zeer correct

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 75