16 MAART 1926 De heer Appelboom heeft hem van incorrectheid betichtSpr maakt zich echter absoluut niet aan incorrect heid schuldig, als hij het in deze voor het schoolbestuur opneemt. De Voorzitter heeft er op gewezen, dat het school bestuur op een schrijven van Burgemeester en Wethouders d. d. 27 November 1922 eerst 24 April 1923 geantwoord heeft, m.a.w. zelf schuld zou hebben aan de vertraging in den verbouw der school. Men moet daarbij echter in aan merking nemen, dat het toen het indienen van een nieuw plan betrof; men kan toch niet vergen, dat dit binnen enkele dagen gereed was 1 Verder heeft de Voorzitter gesproken van zuinig heid. Maar, vraagt Spr., is het gemeentebestuur nu zoo zuinig Er is hier indertijd een openbare school gebouwd van een kwart millioen gulden, terwijl zij achteraf blijkt overbodig te zijn. De VOORZITTERDaar heeft U toch ook voorgestemd De heer ZIJLMANSJa, natuurlijk in de veronder stelling, dat het College zich van de noodzakelijkheid van de oprichting dier school had overtuigd. Burgemeester en Wethouders konden toen echter al weten, dat het openbaar onderwijs achteruitging in elk geval wisten zij er meer van dan wij. De VOORZITTER Dus U neemt Uw stem niet meer voor Uw rekening De heer ZIJLMANSU zoekt er Uw kracht in, mij belachelijk te maken, maar daar ben ik niet van gediend 1 De VOORZITTER wenscht te weten op welke wijze hij getracht heeft den heer Z ij 1 m a n s belachelijk te maken. Spr. is zich daarvan niet bewusthij heeft den heer Z ij 1 m a n s toen deze het had over de hooge kosten, ver- 80

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 80