86 16 MAART 1926. kunnen worden aangewezen, zouden tegelijk de belangen van vele neringdoenden in die omgeving daarmede gebaat zijn het zou voor hen als het ware een schadeloosstelling zijn voor het gemis van de biggenmarkt. De heer SPEYARTVAN WOERDEN vraagt, waarom een antwoord op het tweede verzoek van adressanten in het prae-advies ontbreektdit behoort toch ook beantwoord te worden. De VOORZITTER Omdat deze zaak ter beslissing van Burgemeester en Wethouders staat. Indien men er evenwel prijs op stelt, kan ik het standpunt, dat Burgemeester en Wethouders daaromtrent innemen, wel even mededeelen. Zij hebben het Stationsplein als centrum gekozen, omdat dit plein hun voorkwam de geschiktste plaats te zijn om alle autobusdiensten bijeen te brengen en ook, omdat de auto busonderneming, waarbij de gemeente meer bijzonder geïn teresseerd is, op die wijze het minst gehinderd wordt in de uitoefening van haar bedrijf. Wat de subsidie-aanvraag betreftzou men haar willen inwilligen, dan moet in de eerste plaats vaststaan, dat deze autobusdienst van belang is voor Breda en in de tweede plaats, dat subsidieering beslist noodig is. Het wil ons even wel voorkomen, dat de dienst in kwestie voor Terheijden en Wagenberg van meer belang is dan voor Breda. Ook zou, in geval subsidieering werd overwogen, door exploi tanten uiteengezet moeten worden, hoe het met de bedrijfs- vaardigheid en de exploitatie-resultaten staat. Het lijkt Burge meester en Wethouders het beste, eerst eens aan te zien, of exploitanten het zelf kunnen bolwerken: men kan dan later altijd nog zien, wat men doet. Men moet n 1. met het doen van den eersten stap op dezen weg uiterst voorzichtig zijn. Zonder verdere bedenkingen wordt conform het prae-advies van Burgemeester en Wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 86