16 MAART 1926.
87
20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om de
in 1923 met de N. V. „Nationale Levensverzekering Bank"
te Rotterdam gesloten overeenkomst van geldleening op te
zeggen tegen 1 October 1926.
Niemand der leden hiertegen eenige beden
king hebbende wordt conform besloten.
21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
definitieve vaststelling van het plan tot onteigening van een
complex gebouwen en woningen met erven aan de West
zijde van de Keizerstraat.
De heer MEIJVIS zou het ten zeerste op prijs stellen,
te mogen vernemen, wat Burgemeester en Wethouders
denken te doen ten opzichte van de bewoners der te ont
eigenen woningen. Spr. vraagt in dit verband, hoe het
staat met den bouw van de woningen voor sociaal-achter
lijken aan de Oranjeboomstraat.
De VOORZITTER zegt, dat, wanneer de Keizerstraat
gereinigd wordt van krotten, Burgemeester en Wethouders
inderdaad met de handen in het haar zullen zitten om een
oplossing te vinden ten einde al degenen, die dan dakloos
worden, onder te brengen, immers, het gebrek aan wonin
gen is te Breda nog steeds zeer nijpend. Het is daarom,
dat Burgemeester en Wethouders nog dezer dagen den
Minister, die voornemens was de Huurcommissie hier ter
stede op te heffen, hebben geantwoord, dat dit instituut
hier niet gemist kan worden.
Wat nu het plan in zake den bouw van woningen voor
sociaal-achterlijken betreftde verwezenlijking daarvan was
zeer nabij, doch zij is afgestuit op de strengere bepalingen
van de bouwverordening der gemeente Princenhage op
wier grondgebied bedoelde woningen zouden verrijzen.
Had men aan die bepalingen willen voldoen, dan zouden
de woningen veel te duur geworden zijn. Dezerzijds is