94 16 MAART 1926. „terrein grenst aan haren grond, niet verplicht bij te dra- ,,gen in de kosten van die afsluiting. De kooper doet der halve afstand van zijne bevoegdheid, omschreven in art. ,,690 van het Burgerlijk Wetboek, zoolang de aan het „verkochte perceel grenzende grond gemeente-eigendom is. 8.,, Voor iedere overtreding door den kooper van een der „voorgaande bepalingen zal hij na een waarschuwing, zonder „dat een ingebrekestelling noodig is, ten behoeve van de „gemeente Breda verbeuren een boete van f 10,— per dag, „zoolang de overtreding voortduurt. De boete begint te „loopen op den dag, waarop aan den overtreder bij deur- „waardersexploit het geconstateerd zijn der overtreding is „aangezegd. 9.„ De kooper is verplicht, en zulks op straffe eener „dadelijk opvorderbare boete, ten behoeve van de gemeente „Breda, van f 10.000,wegens het enkel verzuim in de „nakoming dezer verplichting en zonder dat een ingebreke stelling hiervoor noodig is, bij geheele of gedeeltelijke „verdere overdracht van zijn gekochte, aan den nieuwen „verkrijger al de bepalingen in deze voorwaarden gemaakt, „daaronder begrepen het geheele onderhavige artikel, even- „eens op te leggen en daarbij overeenkomstige boeten ten „behoeve der gemeente Breda te bedingen. 10.,, De kosten op den verkoop en de levering vallende, „de kosten van opmeting en alle verdere kosten zijn voor „rekening van den kooper. „Wij hebben de eer U voor te stellen overeenkomstig „het bovenstaande te besluiten De heer ZIJLMANS zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter, Met het voorstel tot verkoop aan de Ned. Mij. tot Expl. van Veestallen, 3000 M3. opgehoogd terrein tegen f 15.090,—, kan ik mij niet vereenigen, ook afgezien van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1926 | | pagina 94