1 DECEMBER 1927 991 te stellen de apotheek te nemen, die zij zelf wenschen. Dit verzoek inwilligen zou volgens Spr. een gevaarlijk precedent scheppen, immers, de schoenmaker, de kruidenier, de kleer maker e. d. kunnen mét het zelfde recht hetzelfde vragen, want ook zij zijn belastingbetalers. Ook zou men de gemeente ambtenaren dan wel kunnen gaan verplichten hun genees middelen bij toerbeurt van een der hier ter stede gevestigde apotheken te betrekken. De strekking van dit adres vindt Spr. dan ook al te egoïstisch. Den heer ZIJLMANS spijt het ook, dat over dit adres niet eerder prae-advies is uitgebracht. Spr. heeft het prae- advies evenwel met instemming gelezendaarin wordt iets recht gezet, wat niet recht was. Wij hebben recht en billijk heid te betrachten en hier doet zich de gelegenheid daartoe voor. Spr. beveelt het voorstel van Burgemeester en Wet houders dan ook warm aan. De heer LOONEN zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter, Armlastig te zijn is op zichzelf al erg genoeg en daarom zou ik den armlastigen het eenige recht van vrije apothe kerskeuze niet willen ontnemen, ook niet aan die patiënten, die in een ziekenhuis verpleegd worden. Die vrije keuze kan dan geschieden, doordat de stadsdokter bij opname van een patiënt hem of zijn familie vraagt, welken apotheker hij ge woon is of wel, welken hij hebben wil. Deze zou hem dan een kaartje met vermelding dier apotheek kunnen medegeven. In de practijk zal dit het beste werken, omdat dan niet zal voorkomen, dat vandaag iemand bij de eene apotheek is en morgen bij opname in een ziekenhuis bij een andere. Vooral bij herhalingsrecepten zal dit zeer goed werken. Ook vervalt dan het bezwaar, dat men in het ziekenhuis de een of andere apotheek zou kunnen bevoordeelen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 991