1 DECEMBER 1927 997 De VOORZITTER zegt, dat de kwestie tot een oplos sing komt, als de straten aan de gemeente overgedragen worden. Men kan thans geen verlichting gaan aanbrengen uit sentimenteele overwegingen. De heer VAN VEEN wijst er op, dat het ook uit een oogpunt van openbare veiligheid noodig is daar straatver lichting aan te brengen. Spr. erkent, dat het voor hem niet vaststaat, dat er van een recht tot het leggen van gasbuizen in de Wethouder Romboutsstraat en op het Rozenplein ge sproken kan worden Wel staat vast, dat de gemeente daar voor ieder oogenbiik vergunning kan verkrijgen. Spr. ziet in het afwijzend prae-advies dan ook niet anders dan een middel om via de bewoners pressie uit te oefenen op den eigenaar der wegen. Dit acht hij tegenover die bewoners niet geoorloofd. De heer VAN BUITENEN Men kan de zaak ook om- keerenn.l. dat men via de bewoners de gemeente wil dwingen tot kostelooze straatverlichting. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen met 17 tegen 5 stemmen. Voor de heeren G r u ij s, V a n H o u t e n, M e ij v i s, Cohen, Schrauwen, Esbach, Moll, Elich, Loonen, Rippen, Van Mierlo, Broos, Kuij- laars, Van de Ven, Cerütti, Van Buitenen en Speyart van Woerden. T egende heeren Kroon e, Van Veen, Brantjes, Zijlmans en Haaiman. De heer Van den Boom was bij deze stemming niet tegenwoordig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 997