1006 1 DECEMBER 1927 gesteld en Spr. meent zich daarbij te moeten aansluiten. Wil men iets voor de ongeorganiseerden doen, dan behoort zulks niet in den vorm van een steunregeling te geschieden. Deze menschen kunnen op andere wijze worden geholpen. De heer VAN VEEN, voor repliek het woord verkrijgen de, merkt, naar aanleiding van hetgeen door den heer R i p p e n aan zijn adres is gezegd, op, dat hij den Wethouder heeft geprezen voor diens duidelijk prae-advies Verder is hij in zijn lof niet gegaan de heer R i p p e n had dit goed kun nen begrijpen. Den heer K r o o n e, die zich stootte aan Spr.'s opmerking, dat er hier van een noodtoestand geen sprake is, wenscht hij er op te wijzen, dat dit volstrekt niet insluit een ontken ning van noodgevallen. Spr. behoeft daarvan niet te worden verdacht, getuige zijn voorstel om de gemeentelijke zorg ook tot de ongeorganiseerden uit te strekken, een zorg, waar voor sommige heeren zich zoo weinig druk maken. Het standpunt, dat tegenover de ongeorganiseerden bij het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt inge nomen zij ontvangen n. 1. geen steun, omdat zij niet georganiseerd zijn is niet geoorloofd. Honger is geen middel om de menschen tot een organisatie te dwingen. Daarop wordt overgegaan tot de artikelsgewijze behandeling der steunregeling. Artikel 1. De VOORZITTER doet mededeeling van een amendement van den heer K r o o n e, waarbij wordt voorgesteld om in dit artikel sub d te schrappen de woorden „en bij hun vestiging aldaar niet werkloos waren". De heer KROONE licht zijn amendement met een enkel woord toe.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 1006