1024 19 DECEMBER 1927 dit besluit evenwel niet genomen naar aanleiding van dit verzoekschrift de motieven, daarin genoemd, zijn absoluut onjuist maar omdat de Raad in principe besloten heeft tot het heffen van een aanlegbelasting het is derhalve nu niet meer noodig, dat er een schutting vóór de woning staat. Mocht er onverhoopt geen aanlegbelasting worden geheven, dan is er geen reden om adressant wèl te laten betalen en een ander niet. De heer ESBACH heeft met genoegen gezien, dat de schutting verwijderd is. Spr. zou gaarne vernemen, wat Burgemeester en Wethouders voornemens zijn te doen ten opzichte van het trottoir. Den heer VAN VEEN doet het ook genoegen, dat de schutting is verwijderd. Spr. zou evenwel nog het volgende willen opmerken: Het is reeds ongeveer 15 jaar geleden, dat Burgemeester en Wethouders optraden tegen een particulier, wiens eigen dom aan den openbaren weg grensde. Het betrof een perceel aan de Verlengde Koninginnestraat. De toenmalige eigenaar Voogt had vergunning gevraagd, verkregen en aanvaard om een sloot langs zijn perceel te dempen, onder voorwaarde, dat door hem een eenvoudig hek op voetmuurtje zou worden geplaatst ter afscheiding van zijn voortuin van den openbaren weg en dat een klein strookje grond door hem zou worden afgestaan ten einde aan den weg een vloeiend beloop te geven. De opvolgende eigenaar weigerde die voorwaarden op te volgen, ging er toen weer volkomen mee accoord, nadat de gemeente hem in ruil voor het waardelooze strookje grond een waardevol stuk grond ter vergrooting van zijn voortuin had aangeboden, en krabbelde opnieuw terug, nadat de po litiek zich van 't geval had meester gemaakt. De gemeente moest nu ter wille van haar eigen gezag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 1024