1028 19 DECEMBER 1927 „De aanvrage voldoet alzoo aan de eischen bij art. 73 „der wet gesteld. „Uit bereids van het schoolbestuur verkregen inlichtingen „blijkt, dat het de bedoeling is een gebouwen-complex te „stichten met 14 lokalen, waarvan 7 lokalen te bestemmen „voor het onderwijs aan jongens en 7 voor het onderwijs „aan meisjes. „Verder bestaat het voornemen voor iedere school eene „afzonderlijke speelplaats in te richten en voor beide scholen „een gemeenschappelijk gymnastieklokaal te bouwen. „Wat dit laatste betreft, moge worden opgemerkt, dat het „gymnastiekonderwijs niet meer behoort tot de vakken, ge- „noemd in art. 2 der L. O.-Wet. Wel spreekt de wet van „onderwijs in „lichamelijke oefening" en bevat het Kon. be- „sluit van 15 Februari 1924, Stbl. no. 48, algemeene regelen „omtrent de inrichting van terreinen voor lichamelijke oefening, „waartoe de speelplaats moet worden dienstbaar gemaakt, „doch van afzonderlijke gymnastieklokalen gewaagt de wet niet. „Voor zoover de aanvrage betrekking heeft op den bouw „van een gymnastieklokaal, komt het ons voor, dat de wet „t d. o. geen verplichting oplegt en het niet wenschelijk is „incidenteel daarmede de lasten van het onderwijs te verhoogen. „Volgens eene globale begrooting zullen de bouwkosten „bedragen „voor de lokalen bestemd voor jongens f 61.000.— meisjes - 55.000.— „voor eerste inrichting van beide scholen, samen - 18.600.— Samen f 134.600.— „Deze kosten komen ons vrij hoog voor, wij wenschen „echter te doen opmerken, dat deze door ons nader in be schouwing zullen worden genomen, zoodra de uitgewerkte „bestekken aan onze goedkeuring zullen worden onderworpen. „De grond, waarop de scholen zullen worden gebouwd „en die eigendom is van het schoolbestuur, moet door drie „deskundigen worden geschatde waarde daarvan moet „eveneens aan het schoolbestuur worden vergoed.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 1028