19 DECEMBER 1927
1029
,,Op grond van het bepaalde in art. 75 der L. O.-wet
„hebben wij de eer U derhalve voor te stellen ten behoeve
„van de stichting van het hierbedoelde schoolgebouw, met
„uitzondering van het gymnastieklokaal, en voor de kosten
„van eerste inrichting der schoollokalen, devereischte mede-
werking te verkenen".
De heer GRUIJS staat in het algemeen niet afkeerig
tegenover dergelijke aanvragen. Het betreft hier evenwel een
eigenaardig geval, n.l. het bouwen van een complex, hetwelk
uit twee scholen blijkt te bestaan. Derhalve doet zich de
vraag voorIs het, gezien de bepalingen der wet, wel
mogelijk, dat onder overlegging van een lijst met slechts
63 handteekeningen eigenlijk twee scholen worden gebouwd?
Nu zal men misschien zeggen in de stukken komt het niet
zoo duidelijk uit, dat het gaat om den bouw van een tweetal
scholen. Spr. wijst echter op eenige passages in het prae-
„advies van Burgemeester en Wethouders, waaruit blijkt, dat
er wel degelijk twee scholen gebouwd zullen worden. Ten
slotte spreekt hij de hoop uit, dat het schoolbestuur op
prettige wijze zal onderhandelen over de overdracht van den
grond.
De heer ZIJLMANS vraagtle. of de handteekeningen
zijn gecontroleerd en 2e of er daaronder geen zijn van per
personen, buiten Breda woonachtig.
De VOORZITTER deelt, naar aanleiding van de laatste
opmerking van den heer G r u ij s, mede, dat de overname
van den grond geschiedt naar de wettelijke regelen van taxatie.
Den heer Z ij 1 m a n s antwoordt Spr., dat er oorspronkelijk
een lijst van 82 handteekeningen is overgelegd een aantal
van 63 is daarvan geldig bevonden.
Het feit, dat er inderdaad twee scholen gebouwd zullen
worden, een jongens- en een meisjesschool, is in de stukken
niet gecamoufleerd. Op de vraag, of men daarvoor met 63
handteekeningen kan volstaan, kan Spr. antwoorden, dat de