1030 19 DECEMBER 1927 Rijksinspectie dit aantal voldoende acht. Bovendien staat het vast als een muur, dat men daar in de naaste toekomst twee scholen zal moeten hebben. Op grond van een en ander, achten Burgemeester en Wethouders inwilliging van deze aanvraag volkomen gerechtvaardigd. De heer GRUIJS is door het antwoord van den Voorzitter niet geheel bevredigd en vraagt, waarom er bij de stukken geen mededeeling van de Rijksinspectie ligt, dat zij een aantal van 63 handteekeningen in dit geval voldoende acht. Voorts zegt Spr., dat vermoedens als dat het in de toekomst wel noodig zal zijn, dat daar twee scholen komen, niet kunnen gelden. Spr. vindt het te erg om op grond van 63 hand teekeningen twee scholen op te richten. De heer VAN HOUTEN staat op het standpunt, dat men op het oogenblik maar recht heeft op één school. Wat de toekomst betrefter kan zich daarin evengoed behoefte voordoen aan een openbare school. De VOORZITTER: Er is zeer zeker aldaar behoefte aan een tweefal R.K. scholen. De heer ZIJLMANS vraagt nogmaals, of die 63 hand teekeningen alle zijn van personen, die in Breda wonen. De VOORZITTERZij voldoen alle aan de wettelijke eischen. De heer VAN VEEN zegt zeker te weten, dat een vrij groot aantal van die handteekeningen afkomstig is van per sonen, die buiten Breda wonen. Spr. meent, dat zulks niet juist isimmers, men gaat toch geen school bouwen voor leerlingen uit een andere gemeente. Uit de stukken blijkt evenwel niets daaromtrentde Raad is dan ook niet volledig ingelicht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 1030