1040
19 DECEMBER 1927
De VOORZITTER vraagt, of het voorstel van den heer
Van Veen voldoende gesteund wordt.
Dit niet het geval zijnde, kan het geen onder
werp van behandeling uitmaken.
Het artikel wordt daarop onveranderd goed
gekeurd en vastgesteld.
Artikel 12bis.
De heer ESBACH zegt het volgende
Mijnheer de Voorzitter,
In het voorgestelde artikel 12 bis zijn in hoofdzaak twee
maatregelen vastgelegd. De eerste houdt in, dat aan parti
culiere wegen niet gebouwd mag worden. Hiermede kan ik
me volkomen vereenigen, omdat zonder deze bepaling we
gen zouden ontstaan, waarop de gemeente geen enkel recht
kan laten gelden om er buizen of kabels in te leggen. Al
leen moet m. i. de Raad de bevoegdheid houden om de
reeds aangevraagde vergunningen bij bevonden billijkheid
alsnog te verleenen.
De tweede maatregel houdt in, een voorloopig bouwver-
bod voor gesloten bebouwing aan wegen, die nog niet be
straat en van rioleering voorzien zijn, en waarvan dan een
11-tal wegen zijn uitgezonderd. Deze maatregel nu vind ik
beslist ongewenscht. Het moge dan het eenvoudigst en van
een bepaald standpunt bezien het meest wenschelijk zijn, dat
de aanbouw geleidelijk vanuit de kern der stad plaats heeft,
maar het is toch ook genoeg bekend, dat soms op een be
paald punt de condities om te bouwen gunstig blijken te
zijn en er geheel onverwacht groote complexen gebouwen
ontstaan. Dit moge het College van Burgemeester en Wet
houders niet gewenscht voorkomen, omdat de gemeente dan
voor rioleering zal hebben te zorgen, mij persoonlijk komt