19 DECEMBER 1927
1049
„De gascommissie, hieromtrent gehoord, kan zich met dit
„voorstel vereenigen.
„Ontwerp-besluiten tot wijziging der gemeente-begrooting
„1927 en van de begrooting voor de gasfabriek over dat
„jaar gaan mede ter vaststelling hierbij."
De heer VAN HOUTEN zou in de desbetreffende be
paling willen zien opgenomen, dat de winkeliers verplicht zijn
de gaspenningen tegen den kostenden prijs beschikbaar te stellen.
Den heer VAN BUITENEN lijkt het toe, dat het in de
practijk niet veel zal voorkomen, dat de winkeliers de gas
penningen tegen hoogeren prijs zullen verkoopen. Immers,
aan de Gasfabriek zijn ze altijd te krijgen en bovendien zal
de concurrentie onder de winkeliers tegen dergelijke excessen
waken. Wenscht men echter een dergelijke bepaling toch op
te nemen, dan moet er straf tegen bedreigd worden, anders
bereikt men er niets mede.
De heer VAN HOUTEN zegt, dat het elders met
name in Dordrecht is voorgekomen, dat winkeliers de
gaspenningen met winst verkochten Spr. wil zulks hier
voorkomen door een desbetreffend verbod in de regeling op
te nemen.
De heer VAN BUITENEN wijst er nogmaals op, dat
zulk een verbod geen effect kan sorteeren, wanneer niet
tegelijkertijd een strafbepaling wordt opgenomen. Een en
ander komt hem echter niet noodig voor, daar het euvel
kan worden ondervangen door zich met een klacht tot de
Gasfabriek te wenden. Overtreders zouden desnoods van den
verkoop van gaspenningen kunnen worden uitgesloten of
een concurrent van hen, in hun onmiddellijke nabijheid den
verkoop worden opgedragen.
De VOORZITTER is er van overtuigd, dat deze discussie
op zich zelf al zijn nut heeft gehad.