1052 19 DECEMBER 1927 ,,2e. tot dekking der kosten ten laste van de buitengewone „uitgaven een crediet van f 1500.— toe te staan. „Het voorstel werd echter in de raadsvergadering van „4 Februari 1927 gerenvoyeerd naar de Bouwcommissie. „Van een hernieuwde behandeling is sindsdien niets ge- komen. De hiervoor bedoelde commissie toch achtte het in „het begin dezes jaars niet het juiste moment om tot het „verharden van een gedeelte der Ceresstraat over te gaan „zij wenschte de afdoening dezer aangelegenheid tot na de „grenswijziging aan te houden. „De meening omtrent deze verharding is bij de kortelings „nieuw opgetreden bouwcommissie niet eenstemmig. „Ons College, de zaak opnieuw beschouwende, wenscht „zijn voorstel van 17 Januari 1927, in zijn vollen omvang, „te handhaven. „Wij hebben de eer U derhalve voor te stellen, ons de „daarbij gevraagde machtiging te willen verleenen. „Ons voorstel van 17 Januari 1927 gaat hierbij." De heer MEIJV1S verklaart het eens te zijn met het lid der Bouwcommissie, dat, in afwachting van algeheele ver betering der Ceresstraat, het bewuste gedeelte voorloopig met kolengruis wil doen verharden. De heer ZIJLMANS zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter. In de voorgestelde klinkerbestrating zie ik niet veel heil, wanneer het tramspoor daar ter plaatse niet tevens van zoogenaamd veldspoor in straatspoor veranderd wordt, met andere woorden wanneer tusschen de rails en de dwarsliggers geen stoeltjes worden aangebracht zoodat de dwarsliggers lager komen te liggen. Nu vraagt de Ceresstraat over veel grooter uitgestrektheid dringend verbetering in tweeërlei opzichtten eerste wat betreft de bestrating en daarvoor is het noodig, dat de weg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 1052