19 DECEMBER 1927
1057
„gunstige beslissing te nemen, op zijn aan ons College in
gediende aanvrage om een vergunning voor het bouwen
„van twee landhuizen aan de Horthensiastraat, hebben wij
„de eer het navolgende te berichten.
„Voormelde aanvrage om een bouwvergunning werd op
„7 September 1927 bij ons College ingediend. Zij volgde
„den gebruikelijken weg voor technisch onderzoek. Het ont-
„werp tot wijziging der bouwverordening voor deze gemeente,
„hetwelk nog in studie bij ons College was, omvatte ook
„het door adressant ingediend bouwplan.
„Het kwam ons College derhalve, in afwachting van de
„totstandkoming daarvan, gewenscht voor, de beslissing op
„de bouwaanvrage met 2 maanden te verdagen, hetgeen
„geschiedde bij dezerzijdsch besluit van 28 October 1927,
„No. 1/2094.
„Adressant verzoekt thans een gunstige beslissing op zijn
„bouwaanvrage te nemen, omdat Burgemeester en Wethou-
„ders niet tijdig (o. i. binnen 4 weken) op zijn aanvrage om
„een bouwvergunning hebben beschikt. Door verschillende
„omstandigheden kon op dat tijdstip de in studie genomen
„wijziging der bouwverordening, niet bij Uwen Raad wor-
„den ingediend. Aangezien deze aanvrage ten nauwste be
srokken is bij de nu voorgestelde wijziging-bouwverordening
„werd de beslissing op het verzoek, zij het ook niet binnen
„den gestelden termijn, bij het hiervoor vermeld besluit met
„twee maanden verdaagd. Een reden om thans een vergun
ning door Uwen Raad te doen verleenen, kan hierin niet
„zijn gelegen, aangezien slechts beroep bij den Raad openstaat
„van besluiten van Burgemeester en Wethouders waarbij ver
dunningen, bedoeld in art. 5 der Woningwet, zijn geweigerd.
„Met verwijzing naar onze adviezen op soortgelijke adres
sen van L. C. R o e 1 o f f en van Van Meer, waarop
„conform werd besloten, hebben wij de eer U voor te stel-
„len, het adres van requestrant in onze handen te stellen
„ter afdoening, aangezien eene beslissing daarop in eerste
„instantie tot de competentie van ons College behoort."
