24 FEBRUARI 1927. 113 Vervolgens, Mijnheer de Voorzitter, zou ik met den meesten aandrang willen verzoeken, rekening te houden met den wensch in het Centraal Rapport neergelegd, om alle leveranties, wanneer hieruit geen flnancieele nadeelen voor de gemeente voortvloeien, te gunnen aan leveranciers in de gemeente woonachtig. De gevolgen van de economische crisis, die door vele werkgevers is benut om gemotiveerde en ongemotiveerde loonsverlagingen op de arbeiders toe te passen, hebben ter dege hun invloed op de middenstandsbedrijven doen gelden. Ik ben er van overtuigd, dat Burgemeester en Wet houders hun toezegging zullen nakomen, maar niettemin lijkt het mij wenschelijk in het bijzonder nog eens de aandacht van de Directeuren der Bedrijven op deze aange legenheid te vestigen. Mijnheer de Voorzitter, ik dank U. De heer BOGMANS kan na het gesprokene door den heer Schlaghecke kort zijn. Op een door hem in zijn afdeeling gestelde vraag, om de bijbetaling van het boven het abonnementskwantum verbruikte water per jaar in plaats van per kwartaal te doen geschieden, werd geantwoord, dat dit punt spoedig in behandeling zou komen. Daarvan heeft Spr. echter niets bemerkt, daar tot op heden dit onderwerp niet ter sprake is gebracht. Het antwoord van Burgemeester en Wethouders in hun Memorie van 1927 is geheel terug wijzend en nog minder bevredigend dan dat van het vorig jaar. Werd toen n.l. spoedige behandeling toegezegd, thans wordt opgemerkt, dat het door hem besprokene reeds her haaldelijk is toegelicht, terwijl er geen nieuwe gezichtspunten zijn. Spr. vindt dit antwoord wel wat vreemdhij hoopt, dat de afdoening niet zoo lang op zich zal laten wachten als de bestrating van den Nijverheidssingel, en dat de belofte van Burgemeester en Wethouders ten vorige jare gedaan, thans spoedig zal worden verwezenlijkt. Spr. bepleit daarop de wenschelijkheid om eenige iepe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 113