114 24 FEBRUARI 1927. boomen aan de Spoorstraat te doen rooien, daar ze een sta-in-den-weg vormen. De heer PELSTER meent heel kort te kunnen zijn. De heer Speyart van W o e r d e n heeft er op gewezen, dat het nadeelig saldo van 1925 voor het grootste deel veroorzaakt is, doordat in dat jaar aan de N.V. Volkshuis vesting exploitatie-tekorten over vier jaren zijn uitgekeerd, terwijl daarvoor bij de begrooting 1925 niets was geraamd. Dit is inderdaad zoo. Ware het te voorzien geweest, dat die uitkeering in 1925 zou moeten geschieden, dan zou er bij de begrooting 1925 een bedrag voor uitgetrokken zijn geworden, maar dan zou ook de vermenigvuldigingsfactor voor het belastingjaar 1925/1926, die met veel moeite op 0,9 werd gehouden, hooger zijn geweest. De heer Kooperberg heeft gezegd, dat vooral bij Openbare Werken bezuinigd dient te worden. Dat bij Open bare Werken de zuinigheid niet wordt betracht, heeft de heer Kooperberg echter niet aangetoond. Hij heeft zelfs geen poging hiertoe gedaan. Spr. wijst dat verwijt derhalve af. De heer Van Veen heeft het nog erger gemaakt. Zonder ook maar een zweem van bewijs aan te voeren, constateert hij, dat er slordig met het geld wordt omgesprongen. Deze ongegronde beschuldiging raakt niet slechts Spr., maar ook Burgemeester en Wethouders en vooral den Raad. Wat de exploitatie-begrooting betreffende den Belcrum- polder aangaat, feliciteert [Spr. den heer Van Veen met dat erfstuk van zijn voorganger, en raadt hem aan het thuis veilig weg te sluiten en het zoo min mogelijk in den Raad mede te brengen. Den heer Appelboom heeft het teleurgesteld, dat niet is voldaan aan zijn verzoek tot het geven van een overzicht der stijging van de heffingspercentages in Breda en soort gelijke gemeenten van 1913 tot 1925. Spr. heeft den heer Appelboom het vorig jaar de bezwaren tegen het vol doen aan dat verzoek uiteengezet, en heeft toen den indruk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 114