122 24 FEBRUARI 1927. digheden in Breda wellicht anders zijn dan in Middelburg. Voorts kan Spr. volkomen instemmen met het door den heer Speyart van W o e r d e n gezegde over den toon van Burgemeester en Wethouders in hun Memorie van Antwoord. Als het College ook graag een woord van waar deering wil hooren, dan brengt hij dit namens de S.D.A.P. in het bijzonder aan den Voorzitter, voor diens bemoeiingen in zake de grenswijziging. De schriftelijke toon van Burge meester en Wethouders is vaak autocratisch en wijkt af van de mondelinge beantwoording door den Voorzitter, welke geheel anders is. De heer MEIJVIS merkt op, dat de heer Speyart van W o e r d e n, die het dit jaar voor de geheele Katholieke fractie heeft opgenomen, de S. D. A. P. fractie verweten heeft, dat zij te veeleischend is ten opzichte van de werk- loozenzorg. Spr. vindt, dat de R. K. fractie daarvoor te weinig doet. Ook laakt hij de houding van de Katholieken bij de behandeling in het vorig jaar van de begrooting voor het Burgerlijk Armbestuur. Zijn fractiegenoot de heer Van Hatt e m, die daarover zou spreken, kwam eenige minuten te laat, n.l. toen de begrooting van die instelling al afge daan was. Vandaar dat toen over de begrooting dier instel ling niet is gesproken kunnen worden. De uitkeeringen zijn wel wat verhoogd sedert een sociaal-democraat in dat bestuur zitting heeft, maar toch acht Spr. ze nog te laag. Bovendien vindt hij de instelling uit den tijd men moet werken in den geest van gemeenschappelijk hulpbetoon. De heer Speyart van W o e r d e n heeft met veel lof gesproken over de Bredasche steunregeling en ze vergeleken bij slechts één steunregeling in den lande. Deze vergelijking acht Spr. niet bijster gelukkig. Dat de steunregeling van Middelburg even slecht of slechter is dan die van Breda, betwist Spr. ten sterkste en tracht dit door voorbeelden aan te toonen. Ten slotte komt Spr. tot de conclusie, dat de katholieke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 122