24 FEBRUARI 1927.
123
Brabantsche gemeentebesturen het slechtst zorgen voor de
werkloozen en daarbij gaat Breda aan de spits. Spr. haalt
in dit verband aan een artikel van een „plattelandsraadslid".
De heer SPEYART VAN WOERDEN vraagt om in
één opzicht iets onregelmatigs te mogen doen. Spr. wil n.l.
den heer PI o r n i x vragen, welke stemmingen deze op het
oog heeft gehad, waaruit blijkt dat de Katholieken te voren
een afspraak hebben gemaakt.
De heer HORNIX zegt, dat hij bij zooveel stemmingen
dien indruk heeft gekregeno.a. bij het rooien van de hoo
rnen in de Parkstraat. Spr. vraagt zich af, of dit wellicht
Protestantsche boomen waren. Bij stemmingen over personen
wordt meestal door de fractie een bepaald candidaat geno
men. De verkiezing van raadscommissies wordt te voren in
de fractie klaargemaakt.
Vroeger had men bij Recht en Orde daaromtrent bindende
bepalingen en als dat nu veranderd is, dan is men terugge
keerd van de dwalingen zijns weegs.
De heer SPEYART VAN WOERDEN vindt, dat de
heer H o r n i x het hem gemakkelijk maakt. Spr. wil wel het
beginsel aanvaarden, dat er bindende besluiten bestaan, n.l.
bij punten van principieelen aard. Spr. kan echter verklaren,
dat zoolang als hij in de Katholieke fractie zitting heeft, niet
één bindend besluit is genomen.
De heer HORNIX'- Zij durven niet voor U.
De heer SPEYART VAN WOERDEN vindt, dat het
moeilijk is den heer H o r n i x te overtuigen. Spr. vertrouwt
echter dat hij het als waar wil aanvaarden. Dat geen af
spraak bij de Katholieken bestaat, blijkt uit de navolgende
vroeger gehouden stemmingen
22-2-'24Boventallige onderwijzersverdeeld R. K. en
Schaepman.