24 FEBRUARI 1927. 125 Op één vraag echter zou Spr. gaarne het antwoord van Burgemeester en Wethouders willen vernemen, n.l. of zij bereid zijn, om voor uitgaven van eenige beteekenis, welke met de annexatie verband houden, te voren den Raad te kennen. Ook de heer Appelboom heeft hierop aange drongen. Tevens verzoekt Spr. t.z.t. een overzicht te geven van de uit te voeren openbare werken, die van de annexatie een gevolg zijn en naar de volgorde waarin Burgemeester en Wethouders voornemens zijn die uit te voeren. Voorts heeft Spr. met buitengewoon veel genoegen ge luisterd naar de beantwoording van het College. Het was een quartet dat klonk als een Adagio cantabile. Laten Burgemeester en Wethouders hun antwoord in de toekomst in dien geest componeeren, dan is Spr. bereid zijn beschouwingen in te kleeden in den vorm van een Andante amoroso. De VOORZITTER Men behoort ook op zijn tijd voor „Scherzo" vatbaar te zijn. De heer SPEYART VAN WOERDEN vervolgt: De heer V a n Werkhoov e n zou in plaats van „Christelijke be ginselen" willen spreken van „humane beginselen". Spr. merkt op, dat hij het woord heeft gevoerd namens de geheele Katholieke fractie en dan moet hij spreken van Christelijke beginselen. Spr. heeft daarbij niet gedacht aan de beginselen van anderen. Indien de heeren Kooperberg en Cohen hem gevraagd hadden namens hen te spreken, zou hij waar schijnlijk zijne woorden anders hebben gekozen. Namens de Katholieke fractie echter moet hij van Christelijke beginselen spreken. De heer Van Werkhooven heeft gezegd, dat alge- meene beschouwingen slechts algemeenheden bevatten. Dit is volgens Spr. niet juist. Als men iemand tekortkomingen verwijt, moet men die ook aantoonen, anders heeft men geen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 125