24 FEBRUARI 1927.
127
De heer KOOPERBERG meent, dat het voor den Raad
dan een puzzle wordt. De directeur van Openbare Werken
heeft het plan toch voorgedragen. Hij zal hier verder van
afstappen.
Den heer Speyart van W o e r d e n wil Spr. opmer
ken, dat beschouwingen over godsdienst en politiek niet thuis
hooren in een raadzaal. Daarvoor kan men andere plaatsen
kiezen. Hier moet men alles zakelijk behandelen.
De heer VAN VEEN zegt, dat de Voorzitter hem heeft
verweten, dat hij is getreden in critiek opgenomen raads
besluiten en daarbij den indruk heeft gewekt, alsof hij onwelwil
lend tegenover die besluiten zou staan.
Hedenavond echter is daarop zooveel critiek uitgeoefend,
dat men er niet zoo hoog over behoeft op te geven. Spr.
heeft zich bepaald tot die raadsbesluiten, welke door een
kwaden geest worden gesuggereerd. De waterleiding b.v. is
niet voldoende bekeken uit een deskundig en economisch
oogpunt. De Raad is niet voldoende doordrongen van den
misgreep der Gasfabriek. Van den Belcrumpolder heeft hij
niet gezegd, dat de Raad dwaze dingen doet. Spr. zet den
indruk recht dien de Voorzitter hier gewekt heeft.
Voorts zegt Spr. dat hij als vrijzinnig man graag met de
Katholieken wil samenwerken, mits dit met een goeden geest
gepaard gaat.
De heer CERUTTI is het eens met den heer Kooper-
berg, dat godsdienst en politiek uit de raadzaal moeten
blijven.
Van hetgeen door den heer H o r n i x is gezegd, betref
fende de afspraken in de katholieke fractie, wil Spr. een
bewijs geven. Toen aan de Handelsavondschool een leeraar
moest worden benoemd, stonden op de aanbeveling no. 1
een katholiek en no. 2 een anti-revolutionnair. De anti-revo-
lutionnair werd gekozen, want de heer Korteweg had gevraagd,
om te zijnen pleiziere op no. 2 te stemmen. De katholieken
hebben daarop eenparig aan dien wensch gevolg gegeven.