132
25 FEBRUARI 1927
De heer HORNIX heeft bij het onderzoek der begrooting
in de afdeelingen er reeds op gewezen, dat bij den cokes
verkoop in den winter 1925/26 zijns inziens een verkeerde
tactiek werd gevolgd. De prijzen werden toen hoog gehou
den, hetgeen een beperkten verkoop tengevolge had. Daar
door heeft de gemeente nadeel geleden, omdat de groote
voorraad in het voorjaar tegen lagen prijs naar buiten de
stad moest worden verkocht, zeer ten nadeele van de bur
gerij, die hooge prijzen te betalen had, terwijl de winst voor
de gemeente gering was. Hij verzoekt Burgemeester en
Wethouders maatregelen te nemen, opdat een zelfde geval
zich dit jaar niet opnieuw zal voordoen. Thans zijn de
cokesprijzen voor particulieren weer hoog, zelfs hooger dan
het vorig jaar.
Wat den ombouw der gasfabriek betreft, wijst Spr. erop,
dat hij indertijd een vergadering heeft bijgewoond, waarin
de directeur een uiteenzetting gaf van de kosten en de
economische voordeelen, welke daardoor zouden verkregen
worden. De kosten werden toen geraamd op hoogstens
f 690000.—, terwijl het jaarlijksch economisch voordeel werd
gesteld op f 25000.De productiekosten van het gas in
de jaren 1923, 1924 en 1925 nagaande, heeft Spr. gevraagd,
of Burgemeester en Wethouders konden mededeel en, waarom
die kosten niet dermate zijn gedaald als bij den ombouw
in het vooruitzicht was gesteld. Wijl daarop door Burge
meester en Wethouders niet is geantwoord, heeft Spr. zelf
een becijfering gemaakt en komt dan tot de volgende uit
komsten. In 1920 bedroeg de kostprijs van 1000 M3 gas
f 104.98, in 1921 f 111.15, in 1922 f79,31, in 1923 f64,50,
in 1924 f 62,28 en in 1925 f62,79. Nu zou men zoo zeggen,
dat de productiekosten aanmerkelijk zijn gedaald. Dat is
echter niet zoo, omdat in de laatste jaren de kolen zooveel
goedkooper waren en deze in den kostprijs zijn verdiscon
teerd. Schakelt men echter die meerdere uitgaven uit, dan
komt Spr. tot geheel andere cijfers en heeft de kostprijs per
1000 M3 gas bedragen in 1920 f 47,06, in 1921 f 57,36, in