25 FEBRUARI 1927
135
Het zou daarom wenschelijk zijn deze raming terug te bren
gen tot het bereikbare niveau, n.l. het resultaat van 1925 en
1926. Dit wil daarom niet zeggen, dat ook het winstcijfer
met f 30000.moet worden verlaagd. Tegenover een ver
mindering van de raming van de opbrengst van cokesverkoop
kunnen ook enkele posten van uitgaaf op een lager bedrag
worden gesteld, o.a. post 15, (exploitatiekosten machinekamer,)
post 16, (exploitatie ketelhuis) en post 19. (exploitatie stokerij.)
Wanneer deze posten worden geraamd naar de werkelijke
uitgaven in 1925, dan wordt reeds een aanzienlijke vermin
dering verkregen. Ook zou in verband hiermede de post
gaskolen met een aanmerkelijk bedrag kunnen worden verlaagd.
Spr. wenscht de winstuitkeering aan de^gemeente te zien
verhoogd tot het werkelijk bedrag van het voorgaand jaar,
hetgeen gevoeglijk kan plaats hebben, zooals Spr. met ver
schillende cijfers aantoont. Volgens de rekening over 1925
bedraagt de reserve-winstuitkeering aan de gemeente ruim
f 49000.—. Indien daarvan f 40000.werd gevoegd bij de
werkelijke winstuitkeering aan de gemeente, zou verhooging
van den vermenigvuldigingsfactor voor de inkomstenbelasting
niet behoeven plaats te hebben Spr. wenscht hierover het
gevoelen van Burgemeester en Wethouders te vernemen.
De heer AiPPELBOOM wenscht, naar aanleiding van
hetgeen de heer Speyart van Woerden heeft gezegd,
gaarne te worden ingelicht, of de uitkomsten van de bedrijven
over 1926 al bekend zijn. Mochten die meevallen, dan zou
den er twee wegen openstaan om de inkomstenbelasting op
het tegenwoordig peil te behouden. Men zou, zooals de heer
Speyart van W o e r d e n aangeeft, de reserve kunnen
aanspreken, maar men zou ook een eventueel overschot van
den dienst 1926 kunnen overschrijven op den dienst 1927
en niet brengen ten bate van den dienst 1928, zooals regel is.
De heer ELICH vraagt, wat de oorzaak is, dat de posten
8, 9 en 10 zooveel hooger geraamd zijn dan het vorig jaar,
ofschoon er toch minder arbeiders zijn.