25 FEBRUARI 1927
139
Nu staat men er anders voor. Door te handelen in den geest
als Spr. w enscht, zal men in 1928 een beter overzicht hebben
van de ontvangsten en uitgaven. Spr. meent, dat er alles
voor te zeggen is om den belastingfactor niet te verhoogen.
Als de annexatie tot stand komt, zullen de baten het eerste
jaar ruimer vloeien dan de lasten zullen zijn. De nadeelige
posten zijn het gevolg van noodzakelijke werken, waarvoor
leeningen worden aangegaan, doch waarvan de rente en af
lossing pas op een volgend dienstjaar behoeven verantwoord
te worden. Spr. zou daarom den heer Speyart van
Woerden in overweging willen geven, zijn voorstel in te
trekken en mede te gaan met Spr.'s voorstel, daarbij in
aanmerking nemende, dat Gedeputeerde Staten daartegen
minder bezwaar zullen maken.
De heer Schlaghecke komt ter vergadering.
De heer VAN VEEN had graag een opgaaf gezien van
de loonen over 1913 en over 1927 om zoodoende een
vergelijking te kunnen maken tusschen het oude en het nieuwe
bedrijf, in hoever het thans meer economisch werkt. De
Wethouder heeft wel gezegd, dat men die cijfers kan vinden
in de jaarverslagen, doch dat is niet de bedoeling van Spr.
Burgemeester en Wethouders hebben indertijd de mededeeling
gedaan, dat het bedrijf na den ombouw economischer zou
werken. Daarom zou Spr. zich willen overtuigen, of die
mededeeling in vervulling is gegaan. Door den heer Ho mix
zijn eenige cijfers genoemd, doch deze zijn wel voor critiek
vatbaar.
De heer PELSTER constateert met eenig leedvermaak,
dat twee leden van den Raad, die het vorig jaar, ondanks
de waarschuwing van het College, ervoor geijverd hebben
om den vermenigvuldigingsfactor op 0.8 in plaats van op
0,85 te brengen, thans allerlei bokkesprongen maken, om aan
verhooging van den factor voor dit jaar te ontkomen. De
heer Speyart van W o e r d e n wil de winstuitkeering