25 FEBRUARI 1927 141 dan oorspronkelijk in de bedoeling lagen, waardoor de raming met een paar ton werd overschreden. Het gaat niet aan om te spreken van misleiding. De ombouw moest geschieden, omdat de gebouwen in hoofdzaak versleten waren. In ver band met de economische voordeelen zijn door den heer Van Veen eenige cijfers gevraagd, welke echter te vinden zijn in de verslagen en rekeningen van het bedrijf. Indien de heer Van Veen die cijfers onvoldoende acht en zich nader wil preciseeren, zijn Burgemeester en Wethouders gaarne bereid de verlangde gegevens zooveel mogelijk te verstrekken. De heer VAN VEEN mist het inzicht, dat het bedrijf economisch werkt. Dit is uit de jaarverslagen en de reke ningen niet op te sporen. De heer H o r n i x heeft een loffelijke poging gedaan ten aanzien van de berekening van den kostprijs van het gas, terwijl Spr. een vergelijkend over zicht wenscht van de loonen, doch daarmede wordt nog geen behoorlijk inzicht verkregen in de economische werking van het bedrijf. Een dergelijk overzicht kan alleen worden samengesteld door Burgemeester en Wethouders en de directie. De verbouwing heeft ongeveer een millioen gulden gekost en nu zal men toch door cijfers moeten aantoonen, dat daardoor een economische verbetering heeft plaats gehad. Onder de werking van de oude fabriek bedroeg de gasprijs nog geen 6 cent. Spr. geeft toe, dat het bedrijf vóór den ombouw niet aan alle eischen voldeed, maar er kan niet gezegd worden, dat het gebouw op invallen stond. Als de oude fabriek geregeld behoorlijk ware onderhouden, had de eerste jaren geen verbouwing behoeven plaats te hebben. De heer SPEYART VAN WOERDEN meent, dat de bokkesprongen, waarvan de heer P e 1 s t e r gewaagt, nog al zullen meevallen, mede gehoord de uitlating van den Voorzitter, wiens oordeel nog al vrij gunstig is. Als men nu zal moeten komen tot een verhooging van den vermenig vuldigingsfactor tot 0.85, dan is daarmede toch in ieder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 141