144 25 FEBRUARI 1927 de discussiën naar voren is gebracht, betreft de vraag, wat gedaan kan worden om aan een verhooging van den vermenigvuldigingsfactor te ontkomen. Eenerzijds wenscht men te beschikken over een gedeelte van het vermoedelijk batig slot over 1926 en daartoe een memoriepost op de begrooting uit te trekken. Anderzijds wenscht men de winstreserve van het gasbedrijf daarvoor aan te wenden. Voor dit laatste voelen Burgemeester en Wethouders zeer weinig. De heer SPEYART VAN WOERDEN handhaaft zijn voorstel en toont nader door cijfers aan, dat met het bedrag der winstreserve de begrooting is sluitend te maken zonder belastingverhooging. De heer PELSTER verzet zich ten sterkste tegen dit voorstel. Het strijdt tegen alle regels van financieel beleid om de reserve voor winstuitkeering te gebruiken om aan belastingverhooging te ontkomen. De VOORZITTER wijst op de mogelijkheid, dat er in 1927 weer een kolenschaarschte ontstaat, hetgeen op den gang van het bedrijf en bijgevolg ook op de te maken winst van grooten invloed kan zijn. De heer SCHRAUWEN voegt hieraan toe, dat op dit oogenblik erg gevreesd wordt voor een groote kolenstaking. De heer VAN VEEN vraagt, waar het reservefonds voor dient. De heer PELSTER zegt, dat er meerdere reserves zijn. Het fonds, waarop de heer Speyart van W o e r d e n het oog heeft, dient om daaruit te putten als de winst uitkeering aan de gemeente over eenig dienstjaar beneden der aming blijft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 144