150
25 FEBRUARI 1927
Er is een zekere categorie stroomverbruikers, die niet in de
gemeente woont. Spr. begrijpt de houding van den heer
Van W erkhooven niet. Er zijn heel wat arbeiders,
die geen stroom verbruiken en dus van een tariefsverlaging
geen voordeel hebben. Integendeel kunnen zij er nadeel bij
hebben als straks, tengevolge van die verlaging, de factor
moet worden verhoogd. Indien vermindering moet plaats
hebben, zou verlaging van de gas- en electriciteitsprijzen
gelijktijdig in overweging genomen moeten worden.
De heer VAN WERKHOOVEN zegt, dat van eenige
inconsequentie zijnerzijds geen sprake is. De geheele politieke
fractie, waarvan Spr. deel uitmaakt, is voor verlaging van
de tarieven, ook van het gas. De abnormale winst, die ge
maakt wordt, moet niet in de gemeentekas vloeien, maar
aan de verbruikers ten goede komen. De gasprijs is hier
redelijk en de winst niet abnormaal hoog. Daarentegen is
de winst van het electriciteitsbedrijf ontzettend hoog, zoodat
onmiddellijke verlaging van het tarief behoort plaats te hebben.
De heer PELSTER zegt, dat een vergelijking van het
electriciteitsbedrijf met het gasbedrijf niet opgaat. Het eerste
is een zuiver distributiebedrijf. Daarom is het kapitaal, dat
in dit bedrijf gestoken is, kleiner dan bij het gasbedrijf.
De heer APPELBOOM wijst op het verband, dat er
moet bestaan tusschen de beide lichtbedrijven, wat betreft
de tarieven. Nu gaat het niet aan een onderdeel daarvan
aan te snijden, dat bij het geheel behoort. Men mag niet
de tarieven van het eene bedrijf verlagen, zonder de gevolgen
van het andere te overzien. Door een enkele verlaging van
de electriciteitstarieven dupeert de S.D.A.P. den kleinen man.
De VOORZITTER meent, dat het de algemeene opinie
van den Raad is, dat door Burgemeester en Wethouders
advies over dit voorstel zal worden uitgebracht. Dit kan
geschieden als straks de nota voor de vaststelling van den